Alles aan Hem vragen.
Is het niet prachtig dat we alle dingen, ook de allermoeilijkste zaken, aan onze Heer kunnen vragen, en voorleggen aan Hem, die in zijn liefde alle dingen overziet én doorziet?
Ik moet denken aan die ene misdadiger aan het kruis, die aan Jezus vraagt: “Jezus, denk aan mij wanneer U in uw Koninkrijk komt.” En dan het antwoord van Jezus: “Ik verzeker je: nog vandaag zul je met Mij in het paradijs zijn.” Een deze mens gaat met Christus de feestzaal binnen (Lucas 23:42,43). Wij mogen onze Heer alles vragen.
Jezus zegt:”Indien jullie in Mij blijven en mijn woorden in jullie blijven, vraagt dan maar wat jullie willen en het zal gebeuren.” (Joh.15:7).

Wat prachtig dat we alles aan ‘onze Vader’ mogen en kunnen vragen. Gewoon met eigen woorden. Onder welke omstandigheden dan ook.
Hij hoort naar ons en is blij met elk gebed. Daartoe heeft God ons immers geschapen. Hij heeft in enthousiasme uitgeroepen: Laat Ons mensen maken die op Ons lijken. Mensen die naast Hem delen in zijn heerschappij om in hun gemeenschap met hun Vader zijn naam weten groot te maken in die voortreffelijke Geest van liefde, vrede en barmhartigheid. En daarbij een klimaat weten te scheppen waar de vruchten van Gods Geest tot bloei komen. God wil niet alléén regeren, maar samen met mensen die als zijn ambassadeurs nauw contact onderhouden met hun Zender. Lees ook Openbaring 3:2. Dat zien we zo duidelijk bij zijn leerlingen, tot wie Jezus zegt: “Ik noem u niet meer slaven, want een slaaf weet niet wat zijn heer doet. Maar U heb Ik vrienden genoemd, omdat Ik alles wat Ik van mijn Vader gehoord heb, u heb bekend gemaakt…en de Vader U alles geve wat u Hem vraagt in mijn naam (Joh.15:15,16). Ook wij zullen -door moeiten heen- mensen zijn die met alle vezels van hun bestaan aan Hem gehecht zijn. Echt mensen naar Gods beeld en gelijkenis met wie Hij als vrienden kan omgaan. Mensen met grote vrijmoedigheid, die alles van hun Vader weten te vragen en met wie zij alles bespreken. Jesaja spreekt daar al over: “Al uw zonen zullen leerlingen des Heren zijn en het heil van uw zonen zal groot zijn”(54:13). Leerlingen die Jezus, onze Heer, die hun is voorgegaan, navolgen. (1 Cor.11:1).
Jezus zegt: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze; want Ik ga tot de Vader. En wat jullie ook vragen in mijn naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. Indien jullie Mij iets vragen in mijn naam, Ik zal het doen” (Joh.14:12-14).
Veel van onze vragen aan Hem zullen betrekking hebben op de werken die wij in Jezus’ naam mogen verrichten. Werken waar Gods belang voorop staat. Opdat zijn wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde.

Kerntekst..
Vraag naar de grote daden van de Heer;
zoekt zijn nabijheid, zijn genade ( Ps.105:2 uit ‘Liedboek’).

Lied.
“Vraag wat je wilt, Ik zal het je geven”
(1 Kon.3:5).

Gebed.
Wat een zegen Heer dat wij U alles mogen vragen; U mogen betrekken bij alle kleine en grote dingen uit het alledaags leven. Vader, wij zoeken uw wil te doen en hebben allereerst úw belang op het oog. U wilt ons als uw zonen -uw erfgenamen- samen met Christus- betrekken bij uw plan voor deze wereld. We lezen in uw woord dat de schepping er reikhalzend naar uitziet dat openbaar wordt wie Gods kinderen, uw zonen, zijn. Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid. (Rom.8:19,20). Wij kunnen alleen maar zeggen:”Hier zijn wij Heer, om uw wil te doen. Ons geschiede naar uw woord”. Amen.