Weest wakker!

Paulus gebruikt het woord ‘wakker’ in zijn eerste brief aan de Thessalonicenzen: 5:6 (vert.’51), om de gelovigen door Gods Geest gericht te houden op zijn komst.

De laatste tijd moet ik zo denken aan Simeon. U weet wel, de man die de vertroosting van Israël verwacht en geleid door Gods Geest in de tempel de pasgeboren Jezus in zijn armen neemt en Hem en zijn moeder zegent. Ik vraag mijzelf af: zou Simeon de enige in de tempel -met al haar medewerkers- zijn, die, naast de profetes Anna, echt wakker is en oog heeft voor de vervulling van Gods beloften?

Wat prachtig om wakker te zijn zoals Simeon en Anna en echt te delen in Gods zegen voor zijn volk.

Ik geloof dat die wakkerheid, dat verstaan van Gods roepstem tot de zijnen of tot jezelf tot waarachtige blijdschap leidt, omdat Gods heerlijkheid wordt gezien.

*We zagen dat reeds bij Habakuk, die in de druk van dreigende omstandigheden Gods heerlijkheid aanschouwt (Hab.2:14) en kan juichen en jubelen in de God van zijn heil (:18).

*David getuigt hier ook van als hij zegt dat hij slechts één ding van zijn Heer heeft gevraagd, en dat hij dat ene zoekt: te verblijven in het huis des Heren, al de dagen van zijn leven, om de liefelijkheid van de Heer te aanschouwen (psalm 27:4).

*Van Jacob weten we dat hij een geestelijke worsteling doormaakt en tegen de engel Gods zegt: “Ik laat u niet gaan, tenzij u mij zegent”. Op dat moment krijgt Jacob een andere naam: ‘Israël’: “Want u hebt met God en mensen gestreden en hebt overwonnen” (Gen.32:24-28).

*Over Jozua lezen we: En de Heer sprak met Mozes in de tent der samenkomst van aangezicht tot aangezicht, zoals iemand spreekt met zijn vriend; dan keerde hij terug naar de legerplaats. Maar zijn dienaar Jozua, de zoon van Nun, een jonge man, verliet de tent niet (Ex.33:11). Uit dit laatste zinnetje zien we dat Jozua veel tijd nam om bij zijn God te zijn.

*Van de wijze maagden weten wij dat zij zich terdege hebben voorbereid op de komst van hun Heer. Zij kennen Hem en Hij kent hen (Matt.25:1-10).

*We weten dat Paulus voor de gelovigen in Efeze bidt, dat zij zouden ontvangen een Geest van wijsheid en openbaring. Waarom? Om Hem echt goed te kennen (Ef.1:15-19).

*In Hooglied 5 lezen we over het liefdesverlangen van de bruid, die zelfs in haar slaap nog wakker is vanwege haar verlangen naar de bruidegom: “Ik sliep maar mijn hart was wakker” (Hooglied 5:2).

Wat een prachtig beeld van de liefdesrelatie tussen de mens en Christus!

*In 2 Petrus 1: 3-11 lezen we dat Christus ons met kostbare en zeer grote beloften heeft begiftigd, waardoor we deel krijgen aan Gods natuur. Hij zegt: ”Beijvert u daarom des te meer broeders, om uw roeping en verkiezing te bevestigen, want zo zult u rijkelijk toegang worden verleend tot het eeuwige koninkrijk van onze Heer.

(NB: Het is goed dit gedeelte helemaal te lezen).

*Tenslotte de laatste woorden van Jezus’ gebed aan het eind van het laatste avondmaal: “Vader, hetgeen U Mij gegeven hebt, Ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn om mijn heerlijkheid te aanschouwen, die U Mij gegeven hebt, opdat de liefde, waarmee U Mij hebt liefgehad, in hen zij en Ik in hen”

(Joh.17:24-26).

Kerntekst.

Maar het is onze begeerte, dat jullie dezelfde ijver blijven betonen, tot de verwezenlijking van de hoop, om door geloof en geduld de beloften te beërven. (Hebr.6:11,12).

Lied.

Wie het heil van Hem verwacht

zal het ongestoord verwerven,

en zijn zalig nageslacht

zal ’t gezegend aardrijk erven.

Psalm 25:6-b.

Gebed.

Vader, wat danken wij U, dat uw Geest in ons leven ons de weg wijst naar de vervulling van uw beloften. Alleen door uw Geest zullen wij steeds wakker zijn om uw wil in ons leven te verstaan en uit te leven. En zullen wij uw heerlijkheid gaan onderscheiden en aanschouwen. Wat een voorrecht dat U ons niet als wezen hebt achtergelaten, maar als uw zonen en dochters. Glorie voor uw naam!