Weest heilig.
De apostel Petrus (1 Petr.1:16) moedigt de gelovigen in Klein-Azië aan met een woord Gods uit Leviticus, om stand te houden in hun vijandige omgeving : “Weest heilig, want Ik ben heilig” (Lev. 11:44). Wat is eigenlijk heilig? Is de wijnrank die met al zijn vezels verbonden is aan de wijnstok, aan die éne, Christus, niet het mooiste voorbeeld? (Joh.15). Ook denk ik aan wat David getuigt: ” Slechts één ding vraag ik aan de Heer, en dat is al mijn verlangen: om Gods liefde, alle dagen van mijn leven, te aanschouwen. (Ps.27:4). Thans heeft God zijn eigen volk geheiligd, apart gezet, door zijn Geest om Christus in zijn heerlijkheid te aanschouwen (Joh.17:24), levend als vreemdelingen in deze wereld (1 Petr.1:17).
Levend als vreemdelingen in deze wereld, heeft te maken met Gods handelen met degenen die Hem toebehoren. U weet nog wel dat gedeelte uit Romeinen 8: “Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld van zijn Zoon” (:29). Dat wilde God altijd al. Een eigen volk. In Exodus lezen we hoe God door Mozes het volk besprenkeld met bloed, terwijl hij spreekt: “Zie, het bloed van het verbond dat de Here met u sluit”. Evenzo voor ons. “En in Hem hebben wij de verlossing door zijn (Christus) bloed, de vergeving van de overtredingen naar de rijkdom van zijn genade” (Ef.1:7).
De eenheid van Gods kinderen is gelegen in het besef slechts aan die Ene, aan Christus verbonden te zijn. Ons hart, ons hele wezen is op Hem gericht en aan niemand anders ernaast. Om Hem te dienen als behorend tot een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die ons uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht.
(1 Petrus 2:9).

Kerntekst.
..dan zullen jullie uit alle volken Mij ten eigendom zijn…een uitverkoren geslacht,een koninkrijk van priesters, een heilig volk.
Ex.19: 5 en 6.

Lied.
Wij zijn Gods eigen natie, een koninkrijk van priesters,
een volk heilig in de Here, het eigendom Gods.

Opdat wij proclameren de roemvolle, grote daden
van Hem, die ons riep uit’ t duister tot zijn wonderbaar licht.

Voorheen waren wij geen volk, maar nu zijn wij volk des Heren.
Voorheen zonder ontferming, nu door Hem aanvaard.

Refrein: Wij zijn….

Gebed.
Vader, wat is het groots en heerlijk, wat U onder uw kinderen bewerkt. U zoekt een eigen volk uit uw wereld te vormen. En wij mogen medewerkers zijn aan de vervulling van uw hartsverlangen. Vader hier zijn wij. Ons leven behoort U toe.