Jullie zijn het licht der wereld.

Wat een schitterende roeping die U, Vader uw leerlingen schenkt (Matt.5:14). Nee, ze hadden geen bijzondere natuurlijke gaven. Ze waren op de roepstem van Jezus ingegaan en de Heer gevolgd, én zijn woord: “Volg Mij na”. (Matt. 4:19). Ik moet denken aan Gods eerste scheppingsdaad als Hij spreekt: “Er zij licht”, terwijl er verder nog niets geschapen is. En God ziet, dat het licht goed is, en God maakt scheiding tussen het licht en de duisternis (Matt.1:3,4). De schepping begint met een scheiding! Zo ook bij de mens die Hem volgt. Het kenmerk van Gods kinderen: Licht.
Wij allen, geboren uit God, hebben die macht ontvangen om kinderen van het licht te worden. (Joh.1:12). In de gebedsgroep waarvoor u uitgenodigd bent, willen we hierbij stilstaan.

Weer staat mij Gods woord voor ogen: Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld van zijn Zoon, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders (Rom.8:29). Herinneren wij ons nog Gods uitroep: ” Laat ons mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over…de hele aarde”.
Wat hier staat is eigenlijk indrukwekkend! We zijn in Christus, bestemd tot het evenbeeld van zijn Zoon, zoals God al beloofde: “Laat Ons mensen maken, naar ons beeld en gelijkenis.” In Christus zijn wij zijn zonen, die bestemd zijn tot lichtdragers in onze wereld
Al uw zonen zullen immers leerlingen des Heren zijn, en het heil van uw zonen zal groot zijn. (Jes. 54:13). Want allen die door de Geest Gods geleid worden zijn zonen van God. (Rom.8:14). Zonen die gericht zijn op Christus’ heerlijkheid.
Is dat niet ons belangrijkste ‘werk’? Hem, onze Heer, aanschouwen in zijn heerlijkheid? En zo zijn licht, zijn liefde verspreiden in deze wereld? Aan het eind van het laatste avondmaal bidt Jezus daarvoor: “Vader, hetgeen U Mij gegeven hebt – Ik wil, dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn om Mijn heerlijkheid te aanschouwen, die U Mij gegeven hebt” (Joh. 17:24). Of, zoals de Hebreeënschrijver het uitdrukt: “Nu zien wij nog niet dat aan Christus alle dingen onderworpen zijn, maar wij zien Jezus met eer en heerlijkheid gekroond”. (Hebr.2:8 en 9). En – ten overvloede- juist dat zien, die gerichtheid van u en mij op onze Heer, dit wandelen voor zijn aangezicht, verspreidt Gods licht in de wereld.

Kerntekst.
Gelooft in het licht, zolang u het licht hebt, dan bent u kinderen van het licht. (Joh 12:36).

Lied.
Hoe zalig is het volk dat U de lofzang zingt,
dat uitbreekt in gejuich als de bazuin weerklinkt.
Uw lichtend aangezicht zal altijd hen geleiden.
Zij zullen in uw naam zich dag aan dag verblijden,
zij gaan in vrede voort, zij wand’len voor uw ogen,
Want uw gerechtigheid zal hen voorgoed verhogen.
Psalm 89:7

Gebed.
Geliefde Vader, wat willen wij U danken voor die schitterende roeping om een licht der wereld te zijn.
Vader hier zijn wij, bereidt U ons hart, zodat uw roeping in ons leven volledig bewaarheid wordt door uw heilige Geest.