Kerkdienst Noorderkerk

Voorganger: Sjaak Visser

• Kindernevendienst

Jezus is razend populair. Hij komt van een berg af, begeeft zich op de vlakte, en een grote mensenmenigte uit heel Israël en daarbuiten stroomt naar hem toe. Al die mensen helpt hij van hun sores af. Dan start hij met zijn leerlingen toe te spreken. Een toespraak die veel lijkt op de Bergrede uit Mattheus. Maar in sommige opzichten is hij nog scherper geformuleerd. Er worden hier niet alleen mensen gelukkig gesproken, maar als tegenhanger wordt mensen ook de wacht aangezegd. En misschien zit beide mogelijkheden wel in ieder van ons. Lucas plaatst ons leven in het perspectief van de hemel, het rijk van God, en laat ons zo zien waar het werkelijk op aankomt in ons leven. Hij plaatst dan rijkdom en armoede, lachen en huilen, honger hebben en verzadigd worden, en gehaat, buitengesloten, beschimpt en lovend over gesproken worden, tegenover elkaar. En Jezus is hierbij heel tegendraads in wat hij aanbeveelt en wat niet. Wat dat ons wil zeggen, daarover gaan we het in deze dienst hebben. Welke basishouding in ons leven bieden deze woorden van Jezus ons aan.

Liturgie:
Viering Maaltijd van de Heer (Lucas 6 vs. 17-26)
Thema: Ik ben het brood dat leven geeft
Welkom, aansteken kaarsen, we worden stil om ons voor te bereiden op deze dienst (geef voorbede punten door via Whatsapp: 06 23307123)
Openingslied, Lied 217/216: Voorkeur voor Lied 217; Groet en Bemoediging:
Inleiding op de dienst en kindermoment, Lied 67a; gebed om ontferming, met daar doorheen een kyrie-eleison Lied 301 h; Lied 304; Gebed om de verlichting met de Geest; we lezen Jeremia 17 vs. 5-11; Lied 62 vs 1, 6; we lezen Lucas 6,17-26; Lied: 973; Verkondiging; We luisteren naar “Een Bergrede” (van Matthijn Buwalda) gezongen door Marlies; Dankgebed en voorbede; mededelingen en inzameling van de gaven; Als toeleiding naar de Maaltijd van de Heer, zingen we Lied 388 (vs.1 door Marlies); Tafelgebed 403 d, afgesloten met het Onze Vader. Vredegroet; We wensen elkaar Gods vrede toe met lied 421; Gemeenschap van brood en wijn; Nodiging; tijdens de maaltijd zingt Marlies “Aan uw tafel” (van Sela); Dankgebed; Slotlied 976/912 (andere melodie, laatste regel 2x); Zegen