Wat een enthousiasme is er bij onze Vader wanneer Hij uitroept: “Laat Ons mensen naar ons beeld en gelijkenis maken” (Gen.1:26). Wat een idee! Op God lijken onze volmaakte Vader. En wat het mooie is bij onze God, dat de zonde van de mens niets verandert aan zijn plan. Door Christus, onze Verlosser, zegt Hij: “Weest volmaakt, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is” (Matth.5:48). Is dat niet volmaakt in Hem onze Heiland die ons hart vol maakt van Hem? De apostel Paulus zegt tegen de Korintiërs, dat Gods kinderen die de heerlijkheid des Heren aanschouwen, meer en meer door de Geest van de Heer naar Gods beeld worden veranderd.(2 Kor.3:18).
Wanneer de vraag gesteld wordt: “Is onze Vader in de hemel volmaakt?” Dan zal het antwoord vrijwel altijd “Ja” zijn.
Als we vragen: “Zullen zijn kinderen ook volmaakt zijn?” Dan blijkt dat “Ja-woord” beduidend minder voor de hand te liggen.
Dat “ja-woord” doet ons denken aan een bruidspaar, waarin bruidegom en bruid elkaar volmondig “Ja, ik wil jou” betuigen. In voor en tegenspoed.
En in Hosea 2:18 lezen we: Ik zal jullie Mij tot bruid verwerven (elders: ‘maken’). En u zult de Here vol liefde kennen(:18,19). God verwerft Zich een volmaakte bruid. God heeft volmondig “Ja” tegen haar -en zo ook tegen ons- gezegd.
We kennen dat lied wel: Eén naam is onze hope. Waarom? Omdat God ons als zijn bruid wil werven. Niet wij moeten ons best doen om Gods bruid te worden; nee, onze Heer in ons, in onze gemeente, werft zijn bruid. Wij hebben die schitterende gave van het geloof ontvangen om ons hart voor onze Vader wijd te openen en ons als zijn bruid over te geven en ons aan Hem volledig toe te vertrouwen. Uit Hem en door Hem en tot Hem zijn immers alle dingen. (Rom.11:36). Hij doet het werk en wij geven ons aan Hem en elkaar. En wij durven ons helemaal aan Hem toe te vertrouwen, door zijn Geest in ons binnenste. Dat geven aan God en aan elkaar is dus Gods werk in ons door zijn Geest waar wij ons aan schenken. Het dicht bij onze Vader blijven leidt tot een volmondig en geestelijk “Ja Vader, hier ben ik om uw wil te doen”.En tot een “Ja, ik wil U”. Een bruid is niet geliefd omdat zij zo haar best doet, om geliefd te worden, maar omdat zij door de Ander (haar Heer) geliefd wordt, en zich aan die Ander schenkt; Hem vertrouwt en gelooft met haar hele hart. Hooglied spreekt over het liefdesverlangen van de bruid: “Ik sliep, maar mijn hart is wakker” (5:2). Alles in haar is op Hem, op de bruidegom betrokken. Die volkomen liefde voor Hem wordt bewerkt door Christus in onze harten. Verlangend uitzien naar God. Is dat niet een kenmerk van elke gelovige?
Rom. 8 getuigt zo nadrukkelijk van Gods initiatief en handelen ten behoeve van de zijnen als hij schrijft: “Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld van zijn Zoon, opdat Hij -Christus- de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders en zusters; en die Hij tevoren bestemd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook doen delen in zijn heerlijkheid, zijn luister” (:29,30). God is het Zelf die zijn mensen herschept tot zijn zonen. In het spoor van Christus. Die gelijkvormigheid aan het beeld van zijn Zoon is geheel in overeenstemming met Gods scheppingsplan uit Genesis 1:26: Laat ons mensen maken naar ons beeld en gelijkenis. God laat niet los het magnifieke werk dat Hij begon en waaraan wij ons in geloof ten volle schenken. Paulus zegt het duidelijk aan de Kolossenzen: Wij verkondigen Hem wanneer wij ieder mens terechtwijzen en onderrichten in alle wijsheid, om ieder mens in Christus volmaakt te doen zijn.
En waar blijkt dat volmaakte uit? Uit die eenvoudige wandel met God. In die verborgen omgang die God met hen heeft. In het herscheppingsproces van de mens is de mens zelf ten volle betrokken. In het ‘Uw wil geschiede’ wordt die geloofshouding van overgave aan Hem het beste uitgedrukt. Wat buitengewoon is het wanneer Gods vernieuwende Geest in uw en mijn leven de volle ruimte heeft. Wat zullen we doen? De apostel Petrus zegt: Laat uw geloofsijver leiden tot deugdzaamheid en zo tot kennis, zelfbeheersing, volharding, godsvrucht, broederliefde en zo tot de liefde jegens allen. Wij zullen ijverig zijn om onze roeping en verkiezing te bevestigen in ons leven. Waarom? Opdat ook in dit leven aan ons rijkelijk toegang wordt verleend tot het eeuwige Koninkrijk van onze Here en Heiland, Jezus Christus omdat we deel hebben gekregen aan de Goddelijke natuur (2 Petrus 1: 4-11). Is dat niet volmaakt, het deel hebben aan de Goddelijke natuur; mensen naar Gods beeld en gelijkenis?
Kerntekst.
Jezus zegt: “Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop al je persoonlijk bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zul je een schat in de hemel bezitten” (Luc. 18:22). Geldt dat niet voor ieder mens, met zijn of haar persoonlijke, fysieke of geestelijke bezittingen en/of overtuigingen of meningen?
Lied.
De volheid van de Godheid woont )
lichamelijk in de Heer ) 3X
en wij zijn volmaakt in Hem
Refrein:
Tezaam, tezaam een tempel Gods, )
samen een tempel Gods. ) 2x
Gebed.
Zeer geliefde en machtige God en Vader. Het is haast niet te geloven dat wij in ons leven mogen zien en weten, dat we delen in uw volmaaktheid en in uw heerlijkheid en luister. U heeft daartoe zelf het initiatief genomen in uw Zoon, door zijn volmaakte verlossing.
U eeuwige en volmaakte God, U wilt bij uw kinderen wonen. Daartoe heeft U ook ons mensen naar uw beeld en gelijkenis geschapen. Hier zijn wij Heer om uw wil te doen. Ons verlangen gaat naar U uit.
NB.
Omdat Gods volmaaktheid in ons leven volledig verbonden is met Gods heiligheid, zal onze volgende uitnodiging getiteld zijn: “Weest heilig”!
Recente reacties