Gods rust.
Wat is het toch buitengewoon dat God onze Heer voor zijn mensen, niet een geestelijk carrièreplan voorschotelt met veel vermoeiende wetten en activiteiten, maar een leven in geloofsvertrouwen in Hem, die gezegd heeft: “Komt allen tot Mij die vermoeid en belast zijn en Ik zal u rust geven”.(Matt.11:28). Wanneer we dit woord omhelzen en liefhebben én bewaren, doet Christus, het vleesgeworden woord, ons binnengaan in zijn heerlijkheid en rust. Hier en nu.
Wat een verlossend woord uit de mond van de Mensenzoon. Wat een heerlijk evangelie, ook in onze gejaagde, onrustige en duistere wereld.
God rust zelf ook als Hij gereed is met zijn scheppingswerk van een levenloze en van een levende schepping. In die levende schepping heeft God groei- en ontwikkelings- en ontplooiingsmogelijkheden gelegd. En net als een landman die afwacht hoe het gezaaide zal ontwikkelen en daarbij uitziet naar een goede oogst, wacht onze Heer af en ziet Hij uit, naar zijn oogst, naar de mensen die groeien en zich ontplooien als zijn kinderen, zijn eigen volk, dat leeft in gemeenschap met Hem. Hij wil niet alleen zijn, maar samen met zijn mensen, die in nauwe verbondenheid met zijn Zoon, Jezus Christus, door lijden heen, ingaan in zijn rust en heerlijkheid.

We kennen de geschiedenis van Gods volk in de woestijn. Op weg naar het beloofde land. Dit volk had de belofte ontvangen om in te gaan in een natuurlijk nieuw en eigen land. Een land, overvloeiend van melk en honing! Het zou Gods etalage zijn voor alle volken. Maar 10 van de 12 verspieders brachten het volk in opstand, waardoor het binnengaan in dat prachtige land 40 jaar wordt uitgesteld. (Num.13:1-14:38). Bijna alle mensen van 20 jaar en ouder overleefden die 40 jaar niet en zijn nimmer het beloofde land binnen gegaan. Lees ook Hebreeën 4: 7-11, waar God over dit gebeuren zegt: “Nooit zullen zij tot mijn rust ingaan.”
Slechts 3 van hen overleefden: Mozes, die het land slechts vanaf de top van de berg Nebo mocht overzien. Samen met zijn Heer. Hij mocht het land zelf niet binnengaan, omdat hij uit ergernis vanwege het steeds rebellerende volk dat om water roept, niet naar Gods aanwijzing gehandeld heeft. (Num.20: 7-13).
Jozua de zoon van Nun overleeft vanwege zijn nauwe omgang met Mozes en zijn veelvuldig verblijf in de tent der samenkomst om Gods aangezicht te zoeken (Ex.33:11), én Kaleb over wie God zegt: “Mijn knecht Kaleb is Mij volkomen gevolgd.” (Num.14:24).
En wij?
De Hebreeën schrijver haalt deze geschiedenis heel uitvoerig aan voor de christenen. Vooral voor de Joodse christenen als aansporing tot volharding in het geloof: “Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt door David : “Heden, vandaag nog, wanneer je zijn stem hoort, wees dan niet koppig, verhardt uw hart niet, zoals tijdens de opstand, toen jullie mij beproefden in de woestijn. Daarom heb Ik een afkeer gekregen van dit geslacht en Mij geërgerd en Ik heb gezegd: Altijd dwalen zij met hun hart, en zij hebben mijn wegen niet gekend, zodat Ik gezworen heb in mijn toorn: “Nooit zullen zij tot mijn rust ingaan”.
Maar God die getrouw is aan zijn woord en zijn schitterend plan met de zijnen, zijn rust, zijn heerlijkheid, zijn verborgen omgang en nog veel meer, spoort ook ons door de Hebreeënschrijver aan: “Laten wij er dus ernst mee maken om tot die rust in te gaan…….” (Hebr. 4:11). Christus wil samen met zijn Vader en zijn Zoon bij ons wonen. (Joh.14 :23-b). Hoe groot is dat!
Onlangs klonk in de gemeente dat schitterende geloofswoord over het vasthouden van Gods hoop: “Want wij zijn Gods huis, indien wij de vrijmoedigheid (om bij Hem te zijn) en de hoop, waarin wij roemen, tot het einde onverwrikt vasthouden. ((Hebr.7:6)

Kerntekst.
Door bekering en rust zult u verlost worden.
(Jes. 30:15).

Lied.
Rust mijn ziel, uw God is Koning;
heel de wereld zijn gebied.
Alles wisselt op zijn wenken,
maar Hijzelf verandert niet.

Gebed.
Zeer geliefde Vader. Wat maakt U uw kinderen ontzettend rijk. Ook in deze wereld met al haar spanningen en dreiging, weet U ons hart te raken met uw heerlijkheid, rust en perspectief om binnen te gaan in uw vrede. U zoekt ons weg te rukken van alle overleggingen van mensen in deze wereld en te vullen met U, met uw gedachten, met uw woord en met uw heilige Geest. Wat kunnen wij anders doen dan zeggen; “Vader wij danken en eren U; hier zijn wij. Vorm ons steeds meer naar uw beeld en gelijkenis” Geloofd zij uw naam!