Gods liefdesmacht.
Gods enthousiasme, wanneer Hij uitroept:”Laat Ons mensen maken die op Ons lijken om met Ons heerschappij te hebben op aarde en alles wat daarop woont” (Gen.1:26), vermindert niet als zijn schepping door de zonde wordt aangetast. Zijn onvoorwaardelijke liefde klinkt door in zijn vraag aan de mens: “Adam, waar ben je?” als Hij hen zoekt die zich voor Hem verborgen hebben. Hij heeft hen nodig. God en mensen horen bij elkaar. Ook zijn plan met zijn wereld verandert niet. De apostel Johannes getuigt van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde en een heilige stad die uit de hemel neerdaalt, als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. (Op. 21:1,2).
God heeft een schitterend plan. En daar heeft Hij zijn mensen voor nodig.
De apostel Paulus schrijft daarover aan de Efeziërs: En dan zullen jullie samen met andere gelovigen gaan zien, hoe breed en hoe lang, hoe hoog en hoe diep de liefde van Christus is. En dan zullen jullie zien dat die liefde te groot is om te begrijpen. En dan zullen jullie vol worden van God Zelf. (Ef.3 :18,19 uit de bijbel in gewone taal).
God en mensen hebben elkaar nodig.
Zo zegt God dat Hij met Mozes spreekt van aangezicht tot aangezicht, zoals iemand spreekt met zijn vriend. Mozes vraagt aan God wat zijn naam is. En God antwoordt hem en gaat aan hem voorbij uitroepend: “Ik ben de Heer! Ik ben een goede God. Ik zorg voor de mensen. Ik ben geduldig, trouw en vol liefde. Mijn liefde voor mensen duurt duizenden generaties. Ik vergeef mensen alles wat ze verkeerd doen, ook als ze grote fouten maken. Maar Ik straf mensen als ze Mij ontrouw zijn. En Ik straf ook hun kinderen, tot en met de vierde generatie” (Bijbel in de gewone taal). Wat goed is het te onderkennen, dat bij onze God zijn liefde en trouw, vergeving en geduld uitgaan boven alles! En het is diezelfde liefde die de ontrouwen schuldig verklaart. Als God de ontrouwen niet schuldig zou verklaren, verliest zijn liefde immers haar kracht.
Gods liefdesmacht is actief, ook in onze roerige dagen. In 2 Kronieken lezen we, dat zijn ogen over de gehele aarde gaan, om krachtig bij te staan hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat. (16:9). Hij heeft de zijnen, u en mij, immers nodig. Samen met hen wil Hij een doorbreker zijn die (met) ons voorgaat. In zijn vrede. Gods liefdesmacht. Lees ook: Micha 2:12,13. Als een licht in een duistere wereld.
En aan de Romeinen schrijft Paulus: God doet alle dingen medewerken ten goede, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn. Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld van zijn Zoon, opdat Hij, Christus de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. En die Hij tevoren bestemd heeft heeft Hij ook geroepen, gerechtvaardigd en verheerlijkt.(Rom.8: 28-30).
In Jezus’ gelijkenis van het Koninkrijk der hemelen gaat het over iemand die goed zaad gezaaid heeft in zijn akker. Echter, wanneer de mensen slapen komt de vijand en zaait er onkruid overheen. Als het graan opkomt komt ook het onkruid tevoorschijn. De knechten van de Heer willen het onkruid er direct tussenuit wieden, maar hun Heer zegt dat niet te doen, omdat ze zo ook het gezonde graan lostrekken. Laat ze samen opgroeien tot de oogsttijd. Dan kunnen jullie allereerst het onkruid wieden en in bundels bij elkaar binden en verbranden en daarna het graan bijeen brengen in mijn schuur.(Matt.13:25-38). Lees ook Op.14:14-20. Gods liefde kan wachten. In zijn liefdes- verlossings-plan voor zijn wereld is geen plaats voor haast.
we zingen daarvan uit de Hervormde bundel gezang 130:
.
God is getrouw, zijn plannen falen niet.
Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen.
Die ’t heden kent, de toekomst overziet,
laat van zijn woorden geen ter aarde vallen;
en ’t werk der eeuwen, dat zijn Geest omspant,
volvoert zijn hand.
Gods eeuwig verlossingsplan voor zijn wereld vervult het hart van de zijnen, voor de kinderen van het koninkrijk. Het onkruid zijn de ontrouwe kwaadwilligen.
De oogst is de voltooiing van deze wereld.
Een prachtig woord voor ons mensen die vaak zo snel mogelijk het kwaad te lijf willen gaan. Maar Gods machtige liefde doet hen wachten op Gods tijd als het kwade echt tevoorschijn komt, zonder schade te berokkenen aan het goede graan.
Zo zegt God in een gesprek met Abraham, dat zijn nakomelingen pas na 400 jaar het beloofde land zullen bezitten waar hij (Abraham) nu als vreemdeling verblijft. Pas na die lange tijd zal de maat van de ongerechtigheid van de Amorieten vol zijn.(Gen.15:13-16).
Gods machtige liefde heeft geduld; ook jegens zijn vijanden. Ieder mens is immers een potentiële kandidaat voor het Koninkrijk der hemelen. Je weet maar nooit! Denk ook aan die prostituee in Jericho, die 400 jaar later tijdens de inname van het beloofde land gered wordt, mét haar familie.
De liefde van God heeft een lange adem; veel langer als veel van zijn kinderen.
Dat zien we ook in het leven van Eva. Als zij zich door de influistering van Satan laat verleiden tot zonde en zij Adam daarin meetrekt en daardoor de schitterende harmonie tussen hen en hun God en zijn schepping wordt aangetast en zij zich voor hun God verbergen, is Gods liefde niet verminderd als Hij vraagt: ” Adam, mens, waar ben je”? Hoe groot is dat?
Neen, God heeft de verleiding van Eva niet verhinderd en heeft ook de slang niet een kopje kleiner gemaakt. Die tijd komt nog. Dat lezen we pas in het laatste boek Openbaring (12:9 en 19:20,21).
Gods woord en zijn plan komen tot volle vervulling op zijn tijd en op zijn wijze; en zijn kinderen -u en ik- zullen Gods medewerkers (-strijders) zijn, vervuld met zijn Geest van wijsheid en openbaring. (Ef.1:17). Dat is Gods oneindige liefdesmacht. God wil het niet alleen doen; Hij heeft de zijnen nodig. In Christus, zijn Zoon, die ons hierin voor gaat. (Micha 2:12 en 13). God kiest de zijnen uit, die oog krijgen voor zijn heils plannen, die nimmer falen.
Johannes moest van God zijn verlossingsplan opschrijven (Op. 19:9) voor zijn geliefden wiens deel de Here Zelf is en diens woord onderhouden. (Ps. 119: 56, 57). Het is Gods grote liefde dat Hij zijn liefde in de harten van de zijnen wakker maakt. De hemelse werkelijkheid is dichtbij; in ons en rondom ons. En in de hemel wordt ook gewerkt met een feestlied van Gods grote liefde in het hart.
Kerntekst.
De liefde verdraagt alle dingen, gelooft alle dingen, hoopt alle dingen en draagt alles in volharding.
(1 Kor.13:7 NBG).
Lied.
O, prijst nu zijn liefdesmacht!
Prijst nu zijn liefdesmacht!
Prijst steeds zijn liefdesmacht, die ons verlost.
Gebed.
Wat is het toch bijzonder hemelse Vader dat U ons betrekt bij uw gedachten en bedoelingen en plannen voor uw wereld.
Daarom bidden wij Heer doe ons U van harte kennen van aangezicht tot aangezicht, opdat uw wil voor uw wereld ook onze wil wordt en al ons denken en handelen gericht is op U onze Schepper om U te eren om uw heerlijkheid en liefdesmacht over ons persoonlijk leven. Uw wil en verlangen geschiede.
Recente reacties