Wat moeten wij doen?
Een prachtige vraag van mensen in een nieuwe werkomgeving, die willen weten wat er nu eigenlijk precies van hen verwacht wordt. Zo’n vraag kan leiden tot een goed gesprek met de leiding van de organisatie. Overgebleven onduidelijkheden bij het sollicitatiegesprek kunnen zo leiden tot een betere onderlinge verhouding én -daar gaat het natuurlijk om- de productie.
Ook in Johannes 6 lezen we over deze vraag aan Jezus:” Wat moeten wij doen, opdat wij de werken Gods mogen werken”? Jezus antwoord is duidelijk: “Dit is het werk Gods, dat u gelooft in Hem, die Hij gezonden heeft” (28,29).
Wat een wijsheid in het hart van de mens, bij wie het alleen om God gaat. Die maar één ding begeert: God de Almachtige te kennen en zijn Zoon Jezus Christus die Hij gezonden heeft. En alle andere zaken in het leven daaraan ondergeschikt maken, om Hem, Christus te kennen en de kracht van zijn opstanding. We horen het David al uitzingen: “Eén ding heb ik van de Here gevraagd en dit is al mijn verlangen om te blijven in het huis van de Heer iedere dag, ja iedere dag van mijn leven”. Waarom? Om de heerlijkheid en de liefelijkheid van zijn God te aanschouwen..(Psalm 27:4).
Dat is eigenlijk de bedoeling van ons bestaan. Elke dag bij Hem te zijn en zijn heerlijkheid te aanschouwen. Dat is de wil en het verlangen van Christus voor ons leven. Waarom? Omdat hij zo ontzettend naar jou, naar u en mij verlangt. Lees ook uit Romeinen 8:29: “Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld van zijn Zoon”
Er staat in Psalm 27 ook waaróm David zo spreekt en God die lof uit zingt. Dat staat in vers 8: “Van Uwentwege zegt mijn hart: Zoekt mijn aangezicht”. Het is God zelf die hem oproept zijn aangezicht te zoeken. En David zingt het uit: “Ik zoek uw aangezicht, Here, verberg uw aangezicht niet voor mij”.
Wat een goede vraag. En het antwoord zingen we in psalm 105:3 (oude berijming).
Vraagt naar de Heer en zijne sterkte,
naar Hem, die al uw heil bewerkte.
Zoekt dagelijks zijn aangezicht,
Gedenk aan ’t geen Hij heeft verricht..
In Lukas 10 lezen we over het bezoek van Jezus aan Marta die Hem in haar huis ontvangt. Aan de voeten van Jezus zit Maria, de zuster van Martha, die naar het woord van Jezus luistert. Marta, die Jezus vermoedelijk uitgenodigd heeft, wordt in beslag genomen door het vele bedienen. Wellicht waren ook discipelen van Jezus aanwezig.
Martha gaat bij Jezus staan en zegt: Heer, trekt het U niet aan dat mijn zuster mij alleen laat dienen? Zeg haar dan dat zij mij komt helpen. Maar Jezus antwoordt haar: Marta, Marta, Jij maakt je bezorgd en druk over veel dingen, maar weinige zijn nodig of slechts één; want Maria heeft het goede deel uitgekozen, dat van haar niet zal worden weggenomen. (38-42).
Ik geloof dat veel mensen dat toch niet erg sociaal van Maria vinden en dat Jezus er beter aan gedaan zou hebben om Maria te vragen: “Maria, help je zuster maar even; Ik zie dat ze het nogal druk heeft”.
Dat vind ik echt begrijpelijk; echt menselijk. En toch? Onze God ziet dat geheel anders. Maria heeft het goede deel gekozen. Zij hangt aan de lippen van haar leermeester en wil er geen woord van missen. En zij wordt door God geëerd en beschermd. Ja meer nog, zij heeft het goede deel gekozen. En dat goede, dat bij haar Heer en zijn woord zijn, zal haar niet worden ontnomen.
Wat een rijke betekenis heeft dit prachtige verhaal voor hen die vaak druk zijn en nog veel, ook voor anderen, zoals Marta ‘moeten’ doen. En toch..wat is het heerlijk en nodig en het allerbelangrijkste, in ons aardse leven, om bij Hem te zijn, de eeuwige, en waarachtige. En dát te zoeken.
We lazen al over de wens van Jezus, uitgesproken in zijn gebed tijdens het laatste avondmaal: “Vader U hebt hen (de leerlingen) aan Mij geschonken, laat hen dan zijn waar Ik ben, dan zullen zij de heerlijkheid zien die U Mij gegeven hebt. (Joh. 17:24). Maria in ons verhaal vervulde de wil van Christus. Heeft dat ook niet met ons allen te maken wanneer wij bidden: “Uw wil geschiede, gelijk in de hemel zo ook op de aarde”? En steeds zoeken bij Hem te zijn; in zijn rust?
Kerntekst.
Het geloof nu is de zekerheid van de dingen die men hoopt, en het bewijs van de dingen die men niet ziet.
(Hebr.11:1).
Lied.
Wat God doet, dat is welgedaan, zijn wil is wijs en heilig.
‘k Zal aan zijn hand vertrouwend gaan, die hand geleidt mij veilig.
In nood is mij zijn trouw nabij, ja Hij, de Heer der heren,
blijft eeuwig wijs regeren.
Gebed.
Wat groots is het Vader wat U ons laat zien en in uw Zoon voorleeft en toont in uw woord. U vormt ons naar uw woord en verbindt ons met het hart van onze Vader. U wilt dat wij uw heerlijkheid zien. Dank U dat U ons helpt om dagelijks uw nabijheid te zoeken. Want wat U in ons doet is welgedaan!
Recente reacties