Gebedsgroep 19 maart

Wat bijzonder is het evangelie, de blijde boodschap voor alle mensen, waarin Gods schepping en zijn plan met ons en zijn wereld wordt zichtbaar gemaakt in zijn Zoon, onze verlosser, Jezus Christus. Zullen wij deze allergrootste gave van God aan zijn wereld, die gesproken heeft: “Ik en de Vader zijn één” niet met grote blijdschap aanschouwen met onze harteogen en zo opgaan in Hem, en onze Vader?

Het werkwoord ‘opgaan’ heeft veel betekenissen. In deze inleiding  gaat het om het geheel vervuld en toegewijd zijn. Denk maar aan iemand die heel toegewijd is aan zijn werk en er geheel in opgaat en nauwelijks tijd heeft voor iets anders. Hij is er altijd mee bezig. 
Heeft ons opgaan in Hem,  ook niet te maken  met onze liefdevolle en totale overgave aan onze Heer met voorbijzien,  van het eigen leven? Van al die dingen die ons lief en dierbaar zijn: zoals bezit,  werk, familie, eigen ideeën?
Ik denk aan de  rijke jongeling (Matteüs 19:16-26), die aan Jezus vraagt wat voor goed Hij moet doen om het eeuwige leven te verwerven. Hij heeft alle geboden ernstig in acht genomen. Maar als Jezus hem vraagt zijn bezittingen te verkopen en deze aan de armen te geven en Hem te volgen gaat hij bedroefd heen. Jezus zegt: “Hoe moeilijk is het is voor een rijke, het koninkrijk der hemelen binnen te gaan”!  De discipelen zijn zeer verslagen vanwege Jezus’ gesprek met de rijke jongeling die niet kon binnengaan, ondanks zijn wetsbetrachting, maar vanwege zijn vastzitten aan zijn rijkdom. Zij vragen aan Jezus: Zie, wij hebben alles prijsgegeven en zijn U gevolgd; wat zal dan ons deel zijn: “Jullie zullen wanneer de tijd aanbreekt en alles vernieuwd wordt  met Mij heerschappij voeren en rechtspreken en deel krijgen aan het eeuwige leven in het Koninkrijk van de hemel”. (Zie ook Gen.1:26).  Het mooie van ons opgaan in Hem en Hem, de grootste plaats in ons leven geven, is, dat Hij, onze koning, ook de zijnen eert. Ik denk aan psalm 91: 14-16: “Omdat hij Mij zeer bemint zal Ik hem bevrijden. In de benauwdheid zal Ik bij hem zijn, Ik zal hem uitredden en tot ere brengen. Ik zal hem mijn heil doen zien.” (14-16).  Wat prachtig is dat, hoe onze God omgaat met de zijnen die Hem van harte liefhebben. Ook in Spreuken 4:8 lezen we daarover, als van Gods wijsheid gezegd wordt: ‘Houd haar hoog, dan zal zij u verheffen, zij zal u tot eer brengen, wanneer U haar zult omhelzen’. 
Wat een liefde die alles loslaat om Hem!  Wat een opgaan in Hem, wanneer wij zijn woorden van wijsheid omhelzen en ons volkomen aan Hem geven en zijn woord, zijn wijsheid meer liefhebben dan onze natuurlijke vader en moeder (Matt.10:37). Allerlei activiteiten en hobby’s  zullen steeds meer naar Hem worden toegebogen of veranderd of zelfs losgelaten. Ziende op Hem.
Door dat volkomen zichzelf geven aan Hem en zijn woord zal ook Gods vrijheid en zijn heerlijkheid  steeds meer gezien en aanschouwd worden én, zoals de apostel Paulus zegt, veranderen van heerlijkheid tot heerlijkheid.(2 Kor.3:17 en 18).
Die rijkdom is haast niet te vatten; en toch voor iedere gelovige weggelegd. En dat alles -gelukkig- niet in eigen kracht maar In Hem én door Hem en tot Hem, de leidsman en voleinder van ons geloof.