Weest heilig, want Ik ben heilig.
Wat is het toch buitengewoon dat onze almachtige God vasthoudt aan zijn heerlijk woord: “Laat Ons mensen maken naar ons beeld en gelijkenis” (Gen.1: 26). Hoe heerlijk en groots is dat! De apostel Petrus spoort de gelovigen daarom aan heilig te leven. “Denk erom dat jullie niet met vergankelijke dingen van zilver of goud zijn vrijgekocht van jullie ijdele, onvruchtbare en vergeefse wandel, maar met het kostbare bloed van Christus” (1 Petr. 1:18,19). Gods oproep:”Weest heilig, want Ik ben heilig”, waarover we reeds eerder spraken, beoogt immers onze medewerking (1 Cor.16:16-18) aan de vervulling van het verlangen van onze Vader naar die nieuwe hemel en aarde (Op.21:1).
Heilig zijn houdt dus ook in onze geloofsactiviteit; ons doen en laten met onze ogen van het hart gericht op Hem, op de heerlijkheid van Christus (Joh.17:24).
Christus’ heerlijkheid heeft te maken met zijn uitspraak: “Ik doe niets, of Ik moet het de Vader zien doen”. (Joh. 5:19).
Geldt dat ook niet voor ons, zijn kinderen? Het is echt bijzonder de blijdschap te ervaren wanneer we Gods werken doen. Efeziërs 2:10 zegt dat zo mooi: “Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen, om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.”God heeft wedergeboren mensen geschapen om goede werken voort te brengen. God heeft zijn kinderen in het lichaam van Christus, de gemeente, ingevoegd,
opdat zij, zoals hun voorganger Jezus Christus, die vanuit zijn gestalte van God, de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen (Fil.2:6,7), zal kunnen wandelen en handelen overeenkomstig de gedachten van God, en wij weer die mensen zijn zoals God het bedoeld heeft: naar zijn beeld (gestalte) en gelijkenis. Door Christus zullen wij dus die mensen zijn waar God naar verlangt en met wie Hij samen wil wonen op die nieuwe aarde en hemel. Wat een roeping! Geschapen om goede werken te doen. En wat onze Schepper gemaakt heeft is zeer goed (Gen.1:31). Net zoals Hij ons ogen geeft om goed te zien en oren om goed te horen en benen om goed te wandelen, zo zullen wij in de gezindheid van Christus, niet blijven leven in onvruchtbare gedachten en werken maar-terwijl wij in Hem blijven, goede en blijvende vruchten voortbrengen (Joh.15:5). In die blijvende, heilige verbondenheid met Hem.
In het Onze Vader gebed vragen wij Hem het eerst: “Uw naam worde geheiligd.” Gods heilig wezen, zal allereerst en blijvend in ons eigen leven de ereplaats innemen. Opdat wij kunnen handelen ‘gelijk in de hemel zo ook op aarde’ en zo Gods vergevende liefde uitdragen in onze wandel op aarde.
En is Gods heilige aanwezigheid in ons binnenste, niet de bron van onze volmaaktheid in Hem? (Matt.5:48).
Denk aan Christus’ omgang met Petrus na diens openlijke -drie maal- verloochenen van zijn Heer. Hoe gek kun je het maken! Maar hoe bijzonder gaat Jezus daar mee om? Wanneer Hij na zijn opstanding twee maal bij zijn leerlingen vertoeft, spreekt Hij daar niet over, maar zegent Hij hen allen met het oog op hun apostelschap: “Vrede zij u! Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. Ontvangt de heilige Geest.” Weer dat woord ‘gelijk’. Goed daarover na te denken over dat ene veel voorkomende woord “gelijk”. Gaat dit niet over onze hoge roeping: mensen naar Gods beeld en gelijkenis, om naast en met God heerschappij te oefenen op aarde? (Gen.1:26).Wanneer Petrus zijn Heer verloochent, ziet Jezus -te midden van zijn aanklagers- Petrus met liefde aan. We weten dat Jezus bij zijn derde ontmoeting met zijn discipelen na zijn opstanding zijn vergevende en verlossende liefde aan Petrus schenkt terwijl Hij hem drie maal vraagt” Heb jij Mij waarlijk lief?” En Petrus zich voor Jezus verootmoedigt en in ere wordt hersteld: Jezus antwoordt hem: “Weid mijn schapen.” Wat een schitterende en koninklijke wijze van Christus’ omgang met Petrus, die hem verloochende en na drie dagen Petrus die vergeving aanreikt en hem zo verlost en in ere herstelt! Wat een vorming voor Petrus voor zijn dienst als apostel, wanneer hij Christus’ handelwijze aan den lijve ondervindt.
Wat een voorbeeld voor de andere discipelen én voor ons, voor wie dit goddelijk handelen is voorbestemd. We bidden dat ook: ‘En vergeef ons gelijk wij vergeven onze schuldenaars’.
In onze vereenzelviging met onze Vader zal zijn ontferming voor mensen steeds meer ons deel zijn. De liefdeskracht en ontferming voor anderen zal daarbij steeds meer leiden tot verlossing van onze gekwelde medemens. In navolging van onze Heer.
In die vereenzelviging met onze Heer ervaren wij innerlijk Gods heiligheid in ons leven. Ja, God zelf, die door ons spreekt. Én Handelt!
Kerntekst.
Gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, zo wordt uzelf heilig in al uw wandel.
(1 Petrus 1: 15)
Lied.
Hij heeft ons lief en heeft ons gereinigd
door zijn bloed van onze schuld.
En heeft ons gemaakt tot een koninkrijk,
tot priesters voor zijn God en Vader.
Hem zij de heerlijkheid en de kracht,
van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen. Amen.
(Lied naar Openbaring 1: 5,6).
Gebed.
Geliefde Vader.
Hoe heerlijk zijn uw werken. Het is haast niet te bevatten. U heeft ons geschapen naar uw beeld en gelijkenis en ons bekleed met uw heerschappij. En door het verzoenend werk van uw Zoon, Jezus Christus, kan de apostel Petrus naar Gods kinderen uitroepen: Jullie zijn een uitverkoren geslacht en een koninklijk priesterschap en een heilige natie, om de grote daden te verkondigen van U, Vader, die ons -in uw Zoon- uit de duisternis geroepen heeft tot uw wonderbaar licht (1Petr.2:9). Hoe onmeetbaar groot is dat. En dat gebeurt niet door onze werken of inspanning maar door ons geloof in Hem, die zijn Zoon als hoofd boven al wat is, gegeven heeft aan de gemeente, die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt.( Ef.1:22,23).
Heer, helpt U ons door uw Geest, dat wij in het volste vertrouwen ons hart geheel openen voor uw kostbare beloften en wij U de ruimte geven om uw woord in ons binnenste tot vervulling en volheid te brengen. Tot eer van uw naam.
Recente reacties