Hoe schitterend zijn de gaven van God! Hoe heilig, hoe onbeschrijfelijk schoon, hoe heerlijk. Eigenlijk met geen pen te beschrijven.
Maar gelukkig! God schenkt ons zijn Geest, om met ons hart te verstaan waartoe Hij de zijnen, zoals die in Efeze, reeds voor de grondlegging der wereld bestemd heeft om als zijn kinderen (In de NBG ‘zijn zonen’) te worden aangenomen. Daarom houdt Paulus, als hij hoort van hun geloof in de Here Jezus en hun liefde tot alle heiligen, niet op de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid te danken, opdat Hij hen ook zal geven de Geest van wijsheid en openbaring om Hem recht te kennen.
Wat bijzonder is het dat Paulus, die zich in de gevangenis -wellicht in Rome- bevindt, niet ophoudt God te danken voor de broeders en zusters te Efeze én -naar wordt aangenomen- ook voor meerdere gemeenten in Klein Azië -het huidige Turkije.
Onophoudelijk danken voor de gelovigen. Waarom? Opdat de Vader der heerlijkheid hen geve de Geest van wijsheid en openbaring, om Hem, Christus, door en door van harte te kennen.
Hierbij is bij Paulus geen spoor te herkennen van een spreken vanuit een ’te kort’ bij de gelovigen, maar een onophoudelijk dankgebed voor wat God door mensen die Hem navolgen tot stand wil brengen. De blijdschap van Paulus over het geloof van de Efeziërs en hun liefde tot God en zijn onophoudelijk danken daarvoor, vormen de basis, de voedingsbodem, van zijn vrijmoedigheid om voor de gelovigen het meerdere te vragen: een Geest van wijsheid en openbaring. Waarom? Om Gods heerlijkheid ten volle te kennen. Dat lezen we ook in Paulus’ brief aan de Romeinen: Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld van zijn Zoon, opdat Hij de eerstgeboren zou zijn onder vele broeders en zusters; en die Hij tevoren bestemd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt. (Rom. 8:19 en 20).
Mooi hè. Wat buitengewoon! God herstelt de mens geheel naar zijn bedoeling vanaf ‘den beginne’. En Paulus is er zeker van dat de moeite en het lijden van deze tijd in geen enkele verhouding staan tot de heerlijkheid die over ons geopenbaard zal worden. (Rom.8:18). De hele schepping, die ten prooi is aan zinloosheid, ziet daar óók met reikhalzend verlangen naar uit. Zij heeft hoop gekregen omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en heerlijkheid die aan Gods kinderen geschonken wordt. (Rom. 8:20 en 21).
En wij?
Wij zullen met de woorden van de apostel Paulus alles prijsgeven wat onze overgave aan Christus in de weg staat. Hij ‘jaagt’ ernaar om Hem te kennen en de kracht van zijn opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of hij aan zijn dood gelijkvormig wordende, zou mogen komen tot de opstanding uit de doden. Wij zullen met verlichte harte ogen zien waarop wij als geroepenen mogen hopen en te weten hoe groot de kracht is van zijn macht voor ons die geloven, die in ons leven even krachtig is als de macht waarmee onze God Christus opwekte uit de dood. (Lees: Phil.3: 7-14) en zo de heerlijkheid van de Heer weerspiegelen en veranderen van heerlijkheid tot heerlijkheid.(2 Cor. 3:18).
Kerntekst.
Vader, verlos Mij uit deze ure!
Vader, verheerlijk uw naam!
Toen kwam een stem uit de hemel:
Ik heb Hem verheerlijkt,
en Ik zal Hem nogmaals verheerlijken.
(Joh.12:27, 28, als Jezus zijn dood verkondigt).
Lied.
Onze Vader die in de hemel zijt,
die ons verloste en ons heeft bevrijd
en onze schuld heeft vergeven,
groot en heilig is uw naam, o Heer!
U wil ik volgen, steeds meer en meer.
In uw Koninkrijk wil ik leven.
Want van U is het Koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid,
tot in eeuwigheid. Amen.
Gebed. (na korte lezing van Rom.8:28-30).
Heerlijke Vader. Hoe heerlijk is uw naam.
Uw woorden ontsluiten uw grootheid en sterkte. En zij raken ons hart. In de stilte van ons gebed richten wij ons tot U die dichtbij is, zoals een Vader dicht bij zijn kinderen wil vertoeven. U verlangt naar ons. U ziet naar ons uit om van uw heerlijkheid, uw luister, uw wereldwijde liefdesmacht mee te delen. Aan ons, die U heeft bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld van uw Zoon. U die ons persoonlijk roept en rechtvaardigt en verheerlijkt. Hier zijn wij Vader. Uw wil geschiede in ons leven. Amen.
Recente reacties