Het allerbelangrijkste.
Als iemand u zou vragen wat voor u in dit leven het allerbelangrijkste is, wat zou u dan antwoorden? Dat antwoord hebben we al vaak in de samenkomst uitgezongen: lied 416: “Ga met God en Hij zal met je zijn.” Wat een prachtig geloofslied: samen met God gaan. Ik vind dit het allerbelangrijkste. Het liefst gebruik ik het woord: wandelen; wandelen met God, dat is nog intiemer samenzijn. Reeds in het eerste bijbelboek, “Genesis” komt dit woord zeven maal voor. Denk maar aan Henoch die met God wandelde (3:22-24). Twee maal wordt dit wandelen bij hem genoemd. Hij leefde welgevallig voor God (Hebr. 11:5).
Dat allerbelangrijkste wijst naar onze persoonlijke relatie met God; naar dat samengaan met Hem. Toen God sprak: Laat Ons mensen maken naar ons beeld en gelijkenis, doelde Hij vooral op die levendige onderlinge relatie en gesprek tussen Hem en zijn mensen. Hij had daarbij precies zo’n relatie voor ogen als Hij had met zijn Zoon Jezus Christus. Door het gesprek en de samenspraak komen dingen tot stand. Spreken en scheppen gaan samen bij Hem: Hij sprak: “Er zij licht” en er was licht. Ons spreken met Hem is niet wezenlijk anders, sterker nog, voor God zijn wij het allerbelangrijkst; geschapen om met Hem te zijn, met Hem te spreken en te overleggen. Wij zullen zijn mond zijn. Weet u nog: “Spreekt iemand, laat het woorden zijn als van God.” (1 Petr.4:11). En onze handen tot dienst en zegen van de ander. Het geloofsgesprek, het gebed met onze Vader, hoort gewoon helemaal bij het wezen van God en bij het wezen van de mens. God is van huis uit de God van het gesprek. Ga maar na in psalm twee: “Mijn zoon ben jij, Ik heb u heden verwekt. “Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, het einde der aarde tot uw bezit.” Dat is royaal hé? Dat “Vraagt Mij en Ik zal geven” is zo kenmerkend. Dat is nou typisch onze levende God. Wat Hij verwekt en tot leven brengt, heeft een taal en kan bidden en vragen stellen aan Hem, en dat stelt God in de gelegenheid antwoord te geven. We zeggen ook wel, onze God is een wederkerige God. Hij wil niet in hoogheid gezeten zijn om de zaakjes allemaal zelf te regelen. De mens is ook gecreëerd uit samenwerking. Hoor maar: “Laat Ons mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op Ons lijken, om heerschappij te hebben over de gehele aarde.” Soms denk ik weleens dat God ook niet anders kan. Dat hoor ik wanneer Hij tegen de profeet Jeremia die vanwege de prediking van zijn woord gevangen zit en het eventjes niet zo ziet zitten zegt: “Roep Mij toch aan, en Ik zal je antwoorden, Ik zal je grote, ondoorgrondelijke dingen bekend maken, dingen die jou volkomen onbekend zijn. (Jer.33:3). En Jezus bidt, voordat Hij zijn vriend Lazarus opwekt: “Vader, Ik dank U dat U Mij hebt verhoord.” (Joh.11:41). En in het eerste hoofdstuk van de bijbel lezen we dat de mens de aarde zal vervullen, onderwerpen en beheersen.(Gen.1:28). En dat kan die mens, die onderkoning alleen maar doen in nauw overleg met God met wie hij zonder onderbreking in gesprek is. In dat overleg kan hij ook werkelijk dingen tot vervulling, tot zijn bestemming en onder Gods heerschappij brengen. Een prachtig voorbeeld van die omgang met de Vader lezen we in de eerste regel van het Hogepriesterlijk gebed (Joh.17). “Vader de ure is gekomen”; Jezus had die intieme omgang met zijn Vader en geeft zelf aan wat er te wachten staat in die voortdurende samenspraak. Hij kende zijn Vader. En wat betreft die wederkerigheid: “Verheerlijk uw Zoon, opdat uw Zoon U verheerlijkt”. Deze wederkerigheid vind je in geen enkele godsdienst. Ze is de ruggengraat van het bijbels denken. Die wederkerigheid is dus het tegenovergestelde van die god in de ivoren toren, die alles weet en alles regelt. Wat ontzettend belangrijk. Het gesprek is in het samengaan en het kennen van Hem, die van den beginne is (1 Joh.2:14). De mens heeft God nodig en God heeft de mens nodig, Alleen door de mens kan God volledig God zijn, en onze Vader zijn. God schiep de mens omdat Hij hem nodig had. God schept geen overbodige dingen. Tenslotte, en daar komt het allerbelangste weer naar voren, God betrekt zijn mensen ook in zijn heilsplan met deze wereld. Zij zullen als verlossers achter hun grote meester aan de berg Sion bestijgen en vrede en heerlijkheid verkondigen in het leven van alle dag. (Obadja:21 en Joh.17 helemaal). Vooral door middel van het gebed.
Kerntekst.
Omdat hij Mij zeer bemint, zal Ik hem bevrijden;
Ik zal hem beschutten, omdat hij mijn naam kent.
Roept hij Mij aan, Ik zal hem antwoord geven;
Ik zal in de benauwdheid bij hem zijn,
Ik zal hem uitredden en tot ere brengen.
Met lengte van dagen zal Ik hem verzadigen,
en Ik zal hem mijn heil doen zien.
(Uit Ps.91).
Lied.
De Heer is mijn Herder!
Hem blijf ik gewijd;
‘k zal immer verkeren:
in ’t huis mijnes Heren:
Zo kroont met haar zegen
zijn liefde m’ altijd.
Gebed.
Vader, hoe groot bent U, dat U ons vormt naar uw beeld en gelijkenis. Tot mensen die uw liefde leren kennen, mensen voor wie U het allerbelangrijkste bent. Die wandelen met U, met wie zij hun leven delen. Wij zullen de naam van onze God prijzen met een lied en Hem verheerlijken met een lofzang. (Ps.69:31).
Recente reacties